Dag 7/10 –  Wonderlijk Bagan

Bagan is werkelijk een van de mooiste en bijzonderste plekken die ik in mijn leven bezocht heb. Het is bovendien een unieke plek ter wereld. Ik denk niet dat er ergens ter wereld zoveel tempels, stupas en pagodes op een vierkante km staan als in Bagan. Het is dus niet verrassend dat het oude en nieuwe Bagan (er is naast het oude dorpje een nieuw dorpje ontstaan waar de meeste hotels en restaurants zijn zodat het oude Bagan behouden blijft) druk bezocht wordt door toeristen vanuit de hele wereld. Maar druk blijkt tijdens onze reis zeer relatief te zijn. We zijn in december in Myanmar wat normaliter hoogseizoen is omdat het in het ‘koude’ seizoen qua temperatuur goed te doen is. Op een zonnige dag is het nu 30 graden in plaats van over de 40 en ’s nachts koelt het lekker af. Maar het hoogseizoen is anders dan normaal en dat realiseren we ons nu pas omdat we ons eerder sowieso niet op de gebaande wegen bevonden. Als we spreken met een restauranteigenaar vertelt hij ons dat het dit jaar toch echt veel rustiger is dan normaal en dat het door de media komt. Al dat ellendige nieuws maakt mensen zeer hesitant om hierheen te reizen, en toegegeven, ook wij hebben er even goed over nagedacht. Steunen we met onze komst een militaire aanval op Birmese Moslim burgers, of brengen we juist inkomen naar de mensen die het in heel het land hard nodig hebben? Nu we hier een tijdje zijn geloof ik vooral in het laatste (al zal een deel van ons geld helaas ook via hotels of toeristische toegangstarieven bij mensen van het leger terechtkomen). De eigenaar zegt zelf er niet in te geloven; hij kan zich niet voorstellen dat dat soort geweld in zijn land voorkomt en zeker niet door hun eigen mensen. We gaan maar niet in discussie met hem. De beelden op het nieuws spraken voor zichzelf helaas.

 

 

Dan Bagan, een niet in woorden te omschrijven plek. Acht jaar geleden was ik in Angkor Watt, het veel bekendere en toeristische tempelcomplex van Cambodja. Een bijzonder mooie plek en zelfs ondanks de grote groepen toeristen is het nog steeds een van de mooiste plekken op aarde. Iets in mij verwachtte iets vergelijkbaars in Bagan. Maar een rustig Bagan en haar tempels zijn totaal anders. Er heerst hier een authentieke en nog ongerepte sfeer. Ook al is er lokaal genoeg gerept want de meeste tempels zijn deels herbouwd na jaren aan verwaarlozing en recente aardbevingen. Nog steeds vinden er herstelwerkzaamheden plaats sinds de aardbeving van vorig jaar. Desalniettemin lijkt de tijd volledig stil te hebben gestaan in Bagan.

De eerste dag laten we de eigen fietsen staan – de wegen zijn niet extreem goed en we sparen de banden graag – bovendien is even sjiek e-biken en geen fietszadel heerlijk! We trekken erop uit met onze e-bike die een zacht zoemend geluidje maakt als we ‘gas’ geven. We stuiten meteen op een groepje kleine tempels. Een meneer legt wat uit, we doen onze schoenen uit en wandelen door het stof en de duivenpoep rond de 4 boeddha’s; op iedere windrichting één. De meeste Pagodes zijn op die manier ingericht leren we al snel, maar de Boeddha;s zijn totaal verschillend en ook de bouw van de tempels verschilt.

 

We tuffen rustig verder over onverharde zandweggetjes waarin we soms een beetje wegglijden. We komen niet veel verder want er zijn weer tempels te bekijken, en weer en weer. En zo vult onze ochtend zich met maar een mini-stukje van het gehele terrein. Overigens is het tempelcomplex in Bagan geen afgesloten gebied zoals Angkor Watt zeker wel is. We rijden uiteindelijk 3 dagen rond voordat we een entreekaartje moeten kopen, puur omdat we maar geen loket tegenkomen of kunnen vinden en niemand naar onze kaartjes vraagt. Bovendien speelt het gewone leven van Began zich gewoon tussen de tempels af; mensen forensen tussen huis en werk, kinderen fietsen ertussendoor naar school en herders hoeden hun kuddes koeien en schapen tussen de tempels door. Er zijn honderden kleine weggetjes die door het gebied heenlopen. Afsluiten zou onmogelijk zijn en dat is maar goed ook, want deze ervaring van gewoon zelf te bedenken waar je heen rijdt en op de bonnefooi iedere tempel die je ziet te bekijken maakt de Bagan-ervaring echt uniek. De controle van het geheel is puur gecentraliseerd rond enkele van de grootste en populairste tempels. We komen daar pas op dag 3, betalen alsnog ons entreekaartje en schrikken een beetje van het aantal stalletjes dat zandtekeningen, kleding, sieraden en belletjes verkopen, de vele toeristen en de bussen.

Onze eerste e-bike strand helaas op de eerste middag in de middle of nowhere in het mulle zand. Ineens is hij al zijn kracht kwijt en moeten we lopen, met de e-bike aan de hand, door het mulle zand. Op dag twee stranden we op een heuvel op weg naar huis. Op dag drie rijdt Bart de achterband lek. Blijkbaar zijn de kleine scootertjes niet echt van een fantastische kwaliteit want bijna alle accu’s zijn al aan gort. Je kan er even mee weg, maar te enthousiast off-road gaan of te ver het park in, en je strandt. Al komen ze je wel meteen redden met een nieuwe e-bike, dat dan weer wel.

 

 

Op de eerste avond spreken we af met Lieke en Annejet waar we zo ongeveer al 4 maanden achteraan reizen door Azie. En nu is het dan toch zo ver! We eten een heerlijk maal en kunnen allemaal ons hart luchten over reizen en wat daar bij komt kijken. Iedere avond ontmoeten we elkaar om de zonsondergang vanaf een van de tempels te bekijken. Ook daarin is Bagan uniek. Waar ter wereld mag je de zonsondergang bekijken vanaf een oude tempel, terwijl je zit op het bovenste niveau ervan, zonder enige vorm van railing of wat dan ook? En dat je dan in het pikkedonker de tempel weer afkruipt en op je e-bike over het zandpad tussen de tempels door weer naar je hotel rijdt. Het klinkt alsof het iets is dat illegaal wordt gedaan, maar dat is echt niet zo. De tempelbeheerder kwam het hek zelfs openen en achter ons weer sluiten!

We zijn wat langer gebleven in Bagan dan origineel het plan was. Een flinke buikloop gooide na de eerste avond al meteen roet in het eten. Gelukkig voelde ik me soort van ok genoeg in de ochtend voor tempel-sightseeing om dan vervolgens de middag uit te rusten en dan voor zonsondergang weer even in actie te komen. Na drie dagen niets binnenhouden ging het dag 4 dan eindelijk beter. Dit had ons wel ruim de tijd gegeven om op ons gemakje heel Bagan te ontdekken. De ene tempel is nog mooier dan de andere, de ene Boeddha is nog groter of gouder dan de andere en sommige tempels beschikken nog over originele fresco’s van Boeddha’s leven of andere afbeeldingen. Iedere tempel die je binnenstapt is weer net even anders van vorm, inhoud of constructie. Als je een onbeduidend bijgebouwtje inloopt blijkt daar een 20 meter lange gigantische liggende Boeddha te liggen: Bagan blijft verrassen.

 

 

Dag 11 – Dec 9 – Bagan – Mt Popa 50 km

Op onze vierde dag blijft het eten binnen en besluiten we dat het mooi is geweest. De volgende ochtend gaan we vertrekken. Maar dan regent het. We wachten even en besluiten bij miezer toch op de fiets te stappen. We hebben een flinke tocht voor de boeg en kunnen maar beter gewoon gaan beginnen. Het gaat harder regenen en we trekken alle regenkleding aan, wat de regen wel redelijk tegenhoudt, maar wat zo niet ademt dat we ons eronder het apezuur zweten. Verre van ideaal. Ploeterend in de regen en heuvel na heuvel opklimmend vraag ik me ten zeerste af wat we in vredesnaam aan het doen zijn. Waar zijn we ooit aan begonnen?!!

Toch, beetje bij beetje komen we verder en bereiken we na 50 km en een funeste klim helemaal op het einde (inclusief haarspeldbochten) – ons hotel. Wat ben ik blij er te zijn! We krijgen een warm kopje thee en ik spring meteen onder de douche. We laten het eten in de kamer bezorgen en zijn helemaal klaar met de dag. Het is waarschijnlijk een prachtige omgeving, en het schilderij in de lobby doet vermoeden dat we Mt Popa en de rots met de tempel erop vanuit hier mooi zouden kunnen zien – ware het niet dat we in een dichtgetrokken wolkendek zitten en niets van de omgeving kunnen zien.

 

Dag 12 – 10 Dec – Mt Popa – Tazi, 140 km, Waarvan een groot deel gelift.

Ook de volgende ochtend is het nog net zo grijs en regent het nog, of weer. We proberen een lift te regelen naar daar waar het droog is, maar de prijs die het hotel vraagt is belachelijk. Gaan we niet doen en dus stappen we in regenkleding en fietsen we de heuvel weer af aan de andere kant. We rijden door het stadje en de ochtendspits heen en kiezen een plekje langs de kant om te gaan liften. De 140 km die op de planning stond gaat vandaag hoe dan ook niet lukken op de fiets. We willen naar Methila liften en vanuit daar weer verder fietsen naar Thazi.

Onderweg stuiten we op een vreemd fenomeen. Als we schuilen voor de regen zien we hier en daar mensen langs de kant staan die liften. Vreemd genoeg, hoe makkelijk het is voor ons om een lift te krijgen, niemand neemt hen mee. Het regent en de oude meneer die tegenover ons verwoede pogingen doet terwijl wij even schuilen, geeft het op een gegeven moment op. Als we weer verder fietsen zien we even verderop dat de mensen samenkomen bij een provisorisch vuurtje.

 

 

Dag 13 – 11 dec Tazi  Yaung… met de trein Ayetharyar (8 km fietsend)

In de donkere vroegte verlaten we Tazi, en wel met de trein! Hier gaat t regelen van kaartjes ietsjes soepeler en onze fietsen worden netjes in de bagagewagon opgesteld. Op het perron heerst ogenschijnlijk chaos; mensen met spullen, dames die rijst verkopen en mensen die slapen op het perron onder en op een dun dekentje. Zo ook een oudere dame die zich op kartonnen dozen heeft geïnstalleerd samen met Een clubje kleine puppies waar ze duidelijk voor zorgt. Ik ben meteen ontdaan door t geheel en als ik ernaartoe loop om de pups te aaien en haar gedag te zeggen zie ik dat er een wel erg stil ligt en hij staart ergens ver de verte in. Als ik beter kijk en hem aai, merk ik dat hij net is doodgegaan en stijf is geworden. Ik schrik ervan en loop terug naar de wagon om mijn lunch te pakken- ik geef het aan de oude dame en stop haar wat geld toe om voor zichzelf en de pups te zorgen. Ik houd haar en zij houdt mijn handen even vast. Ik vind het zo dapper dat ze ondanks haar positie ook nog zorg draagt voor puppies. Sommige mensen trekken zich het leed dus toch aan dat hier zo wijdverspreid te vinden is.

Afgezien van de buikloop af en toe, het van luxe afzien en de gedoetjes die sommige dingen met zich mee brengen, vind ik het leed dat je ziet op reis het moeilijkste van reizen in dit soort landen. Leed is overal in meer of mindere mate te vinden. Armoede, fysiek leed, dierenleed. Als toeristen is het gemakkelijk wegkijken – wat kan je immers doen? Maar wat als je wel iets kleins, al is het iets heel kleins kan doen. Ik ben geen voorstander van geld geven maar geef liever eten weg. Dingen waarmee we onderweg reizen, dingen die we niet opkrijgen. Maar het blijft zo moeilijk om echt iets te doen.

Tenzij je het aanpakt als Eric, eigenaar van een fijn guesthouse en ermee een hele school voor wezen financiert. Dan doe je echt iets. Wij zijn slechts bijstanders, voyeurs misschien wel die er bij staan en ernaar kijken. Het troost me te denken dat ons verblijf tenminste het project ondersteund. We brengen wat geld naar mensen en lokale families waar we blijven, eten en die ons een lift geven. Maar hoe dan ook het blijft moeilijk om lijden te aanschouwen op een manier zoals wij het zelden nog zien. Lijden is deel van het leven zei de Boeddha, en niet alleen de alomtegenwoordige in rode robes geklede monniken zijn hiervan de Boeddhistische wijsheid  het levende bewijs.

Er is geen andere klasse dan common klasse dus zitten we gezellig in de drukte en de dozen op stoelen die vastzitten in ultieme relax stand. Hobbelend en in traag tempo rolt de trein voort door de in wolken gehulde bergen. Wat een prachtige treinreis vandaag! We starten in de bergen vol mist en wolken met groene jungle en tunnels, maar langzaam aan klaarde het op en veranderde het landschap in iets wat op Frankrijk leek! Uitgestrekte heuvels met zonnebloemen en agricultuur. Onderweg stopten we af en toe op een mooi groen stationnetje wat meteen vol leven liep met hondjes die we voerden vanuit de trein en dames met bloemen en manden vol heerlijkheden (nou ja, voor de locals dan want wij doen t nog een beetje voorzichtig aan met t lokale eten). De avocado’s en het gefrituurde goedje durfden we wel aan.

De treinreis zelf is prachtig. Misschien wel de mooiste rit die we tot nog toe met de trein hebben gemaakt. Tussendoor stoppen we even en zijn er kleurrijke taferelen te zien op de kleine perrons. Hier verveel je je nooit, zelfs niet als de rit 10 uur duurt. We rijden door de bergen en zien de meest mooie tropische berglandschappen alsof we in de film ‘Bridge over the River Kwai’ zijn beland. Dit deel van het spoorwegennetwerk is daar overigens geen onderdeel van – de ‘Birma-railway’ is het stuk spoorweg tussen Bangkok en Yangon (toen nog Rangoon) wat is aangelegd door, onder andere, Birmezen en Britse krijgsgevangenen.

Als we aankomen is het nog net niet donker. We stappen snel op de fiets om het laatste kleine stukje te fietsen naar ons hotel. Het is een pittig stukje, want rechtomhoog. Wat zijn we blij om te kunnen rusten (maar helaas geen warme douche :-() in onze kamer met zeer uitgebreid uitgevoerd walvisthema.

 

 

Dag 14 – 12 dec -Ayetharyar – Inle lake (Nyaung Shwe) fietsend; 47 km

Wat een mooie dag! Het is weer stralend weer als we ‘s ochtends vertrekken. Een 22 km tochtje voor de boeg maar het lichaam sputtert wat tegen op de heuvels- gelukkig mogen we daarna down-hill naar het meer. We checken in bij ons hotel in Yuang Shwe (dorpje waar de meeste hotels zijn op 15 km van het meer) en springen weer op de fiets. Een prachtig tochtje brengt ons dichtbij het meer waar we een bootman scoren, de fietsen op de boot slingeren en het meer op zoeven. Heerlijk relaxt met ons snuitje in de zon!

We varen naar de gouden pagoda die onderdeel is van een drijvend dorpje. Hier merken we voor het eerst hoe toeristisch dit gebied is; tientallen van de lange boten zijn aangemeerd en groepjes toeristen doen hun schoenen uit om de pagode te gaan bekijken. We slaan zelf even over maar wandelen over het marktje waar mensen in de hete zon hun koopwaar proberen te slijten. We kopen wat kleine dingetjes en gaan in de schaduw bij een dame met een klein babietje zitten en bestellen 3 kokosnoten bij haar. Voor ons en een voor de bootman, maar hij snapt niet goed wat er gebeurt en dat de kokosnoot voor hem is. Gebeurt blijkbaar niet vaak- of hij lust t gewoon niet! Kan ook nog. Of we honger hebben? Vraagt de bootman. Nou, best wel! We varen verder naar een drijvend simpel restaurantje waar we nasi en noedels eten en de fameuze hot chili olie. Ondertussen komt er een zwartgelakte boot met blèrende muziek langs en gouden parasolletjes; waaronder de feestgasten schuilen tegen de zon; het is een trouwboot!

We zetten de boottour voort naar een zilversmid waar we natuurlijk ook geacht zijn iets te kopen. Een jonge meid legt in goed Engels uit hoe het zilver hier uit de grond wordt gewonnen en hoe het wordt bewerkt. We Willen we best iets kopen maar we kunnen niets naar onze gading vinden, wat overigens geen probleem is voor haar. We steken het grote meer over. Onderweg zien we de vissertjes in hun lange houten boten de netten binnenhalen terwijl sommige met 1 been de roeispaan besturen- een bizarre techniek! We leggen in de avondzon de boot aan bij een steiger, hijsen de fietsen van boord en we zien een vAn de mooiste uitzichten van de reis. Zwart water, helder blauwe lucht en het bruidspaar dat in bootjes dobbert voor de foto’s. Wat een plaatje!

 

 

Dag 15- 13 dec – Inle Lake Pinlaung51 km gefietst

In alle vroegte hangt er een koude mist in Nyuang Shwe. Na een stevig ontbijt en opnieuw gerommel in onze buiken, binden we de tassen op de fietsen, gadegeslagen door de hulpvaardige staff van het hotel. Zowaar, het eerste deel van de toch is nagenoeg vlak- we zoeven over het nog lege wegdek. Op 15 km is er verplichte stop; bart heeft opnieuw en lekke band. Bij het verwijderen van de binnenland ontdekken we dat de beschermstrip van de velg volledig is weggeteerd- we moeten iets anders bedenken. Terwijl Bart het wiel verwijderd ga ik in t buurtwinkeltje op zoek naar een stuk katoen wat in repen erin zou kunnen. Een fietstip van Canadees Jim die we op reis ontmoet hebben (en zelf bizarre afstanden in de VS op de fiets heeft afgelegd). De menher van de winkel vraagt wat ik zoek en ik leg uit wat. Even later staat Hij naast ons een binnenband te verknippen tot een lange strook .Ha! Wat een top-idee! Het past precies in de velg en zo is het probleem verholpen. De geplakte band gaat erin, voor het eerst in in. Leven installeert Bart de versnelling weer en zetten we het wiel weer op zijn plek. Zo leren we nog iets onderweg! Ook blijken de billendoekjes die ik al 4 maandag meedraag uiterst effectief voor het verwijderen van smeer van je handen. Zo effectief dat ik me voorneem ze maar nooit voor babybillen te gebruiken.

We rijden verder langs Inle lake naar t zuiden tot we de Shan hills bereiken. Wat een prachtige tocht! We zijn in Shan state en de Shan hills zijn werkelijk prachtig! Na 50 km vrij vlak fietsen, rijden we de heuvels in en goed ook. T is veel steiler dan we dachten. Ik ben wat geblesseerd geraakt dus na een steile helling proberen we te liften. Bij de tweede passerende auto stopt een jonge vent met een pick-up truck. Zonder ook maar een woord te spreken laden we fietsen en onszelf in de bak en rijdt hij ons de bizarre bergkam over. Bovenaan scheiden onze wegen en fietsen we weer verder. Maar het gebied is te heuvelachtig – het is niet te doen in de gierende hitte en bijna zonder water. Lopend doen we het laatste stukje steile berg voor er schaduw is. Onder een grote boom staat een klein make-shift altaartje, waarschijnlijk met Boeddhaatje maar ik kan het niet zien zo donker is het vanbinnen. Ik zie alleen een vaasje met bloemen staan.

Onbewust doe ik een klein gebedje en opper ik iets te offeren aan Boeddha. Maar mijn gebed wordt nog ingewilligd voordat ik iets kan bedenken- er komt een blauw trucje aangereden. Ik wapper met mijn hand en zowaar- ze stoppen. Twee vrolijke mannen knikken vriendelijk als we vragen of ze naar Pinlaung op weg zijn. Ik wijs op de fietsen en nog steeds knikken ze- inladen dan maar! Vriendelijk komen ze ons te hulp en sjorren de fietsen aan boord en vast aan de cabine. Maar goed ook want het is een hobbelig ritje- zo erg dat ze ons vragen om toch voorin te komen zitten in plaats van staand zo in de bak. Toch wel een goed idee, En zo zitten we bil aan bil met de heren, helm nog op en tas op schoot voorin het trucje terwijl we de berg af en weer op scheuren.

We merken al snel; de resterende 27 km van onze trip was hel geweest en hadden we waarschijnlijk nooit fietsend gehaald. Het uitzicht daarentegen is fenomenaal! Wat een mooie ongerepte regio en wat indrukwekkend zijn die heuvels! Er leeft hier nauwelijks iemand en er staan zelfs geen electriciteitspalen. We passeren rotswanden begroeid met grote bomen en valleien waar bloemen groeien. Het is groen en weelderig.

Een half uurtje later arriveren we op bestemming in het dorpje Pinlaung. Hier komen niet veel westerse toeristen en er zijn dan ook maar twee hotelletjes, alhoewel we zitten in een ‘resort’ al hebben we geen idee waarom het zo heet want er is niets anders aan dan de andere Myanmarese hotelletjes waarin we geslapen hebben. De zon schijnt nog volop als we op zoek gaan naar een veilig plekje om te eten en dit zet de prachtige pagode van het dorp, gesitueerd aan een grote vijver, in een warm gouden licht.

 

 

Dag 16 – 14 dec – Pinlaung to Pynmana en Naypyidaw  (18 km gefietst, de rest gelift)

Dit moet een van de meest surreële plekken op aarde zijn: Naypyidaw. Sinds 2006 is het de hoofdstad van Myanmar – ooit in het geheim aangelegd voor miljoenen inwoners en toen het soort van af was (op publieke voorzieningen als scholen na) zijn overheidsmedewerkers er gedwongen heen verhuisd. Eerst zelfs zonder gezinnen. Nu wonen er officieel 900.000 mensen maar inwoners zeggen veel minder. De 4-baans snelweg erheen is leeg, de wegen zijn bizar breed, de grote huizen leeg. Het is een spookstad. Hotels zijn gierend duur en bizar groot – en leeg. Wel wordt de gevel behangen met nepsneeuw (namelijk watten). We vinden het maar heel erg vreemd allemaal.

De tocht hierheen was werkelijk waar prachtig! Na een stukje Pinlaung uit te zijn gefietst gaan we liften want we moeten door de bergen zien te komen en op de fiets gaat het hem niet worden voor ons ongetraine fietsers; het is te ver en te steil. Maar in Myanmar sta je nooit lang langs de weg. Zelfs niet hier, waar geen kip op de weg rijdt. Een lokaal busje neemt ons mee – de fietsen worden op het dak geslingerd. Vervolgens zitten we snugly tussen de locals voor uren achtereen op slinger- slinger wegen en zijn we maar al te blij dat we dit niet hoeven te fietsen. We hadden er weken over gedaan. Onderweg stoppen we om de remschijven van de bus af te koelen en om zelf even bij te komen. De uitzichten zijn prachtig. Hoge bergruggen met gouden pagodes op de top, bananenbomen en heel veel groen.

 

 

Dag 17 15 dec  – Naypyidaw naar Tangoo 105 km gefietst – En de redding door een huishoudspons

We startten de dag met een foto voor een hilarisch kersttafereel in ons hotel – waar ze ons vriendelijk uitzwaaiden. Met 105 km voor de boeg moesten we maar snel vertrekken. De eerste 17 km vlogen werkelijk voorbij en we zoefden over de snelweg van Naypyidaw. Op het goede asfalt van de lege snelwegen van Naypyidaw krijgen we een kleine vooruitblik naar hoe samen fietsen in Nederland moet zijn; Leuk dus! Het was alsof we in de VS aan het fietsen waren, zo netjes onderhouden en breed opgezet was alles – zo niet Myanmarees ook – vergeleken met de rest van het land waar het een stuk gezelliger, hobbeliger en chaotischer is met gezellige hutjes/winkeltjes naast de weg. Waarom er iemand is die het gras sproeit en millimetert op de middenberm van de tientallen kms lange en vooral lege snelweg – is ons een raadsel. Je zou zeggen dat er in dit land veel nuttigere dingen te doen zijn en het geld echt beter besteed kan worden dan aan de lengte van het gras in een spookstad.

Na het feest van de snelweg werd het wegdek uber-slecht en vloekend worstelde Bart zich erdoorheen met de vele bepakking die hij draagt ten opzichte van mijn miezerige tasje achterop. Die bagage stuitert allemaal mee en het aanhoudende gehobbel is om redelijk gek van te worden. Bovendien was de weg, ondanks dat het de ‘oude weg’ is en dus rustig zou moeten zijn, druk met grote vrachtwagens die de tax ontwijken van de nieuwe snelweg. Volgeladen met rietsuikerstokken kropen ze naast ons de berg op.

Juist op het goede stukje weg dat volgde op al het gehobbel, kreeg ik mijn eerste lekke band. Het vreemde was, we konden geen gat vinden. Totdat ik het ventiel wat beter bekeek en zag dat er een scheur naast was ontstaan. Dat betekende een volledige binnenband-wissel. Gelukkig hadden we die meegekregen van Jeff in Yangon en zo zaten we een half uur later weer vrolijk op de fiets en reden we 23.5 km/uur. Een recordtempo van deze hele reis want op deze wegen gaat het allemaal niet zo rap.

We hielden een echte Myanmarese theepauze met Chinese en Birmese gezoete thee en echte lokale zoetigheden. Alle suiker brandden we weer op tijdens de vele kms die we nog te fietsen hadden. Maar het fietsen ging goed vandaag! De benen waren goed en werkten dapper door.

Sinds een paar dagen terug word ik echter geteisterd door ontzettende zadelpijn – zo erg dat ik niet meer kon fietsen. Mijn zadel is denk ik ontworpen door een man die zich niet gerealiseerd heeft dat we als vrouwen OP onze edele delen zitten en een zacht zadel dan meer dan prettig en gewenst is… Zeker op deze zeer hobbelige wegen. Ik wil in Nederland een vegan-schaapje op mijn zadel, dat weet ik wel! Hoe dan ook, hier in Myanmar moest ik even praktisch zijn en om mijn zadel iets aangenamer te maken had ik op de vorige bestemming een huishoudspons gekocht en aan mijn fietsbroekje genaaid (ja, die had ik dan weer wel). En wonder boven wonder, dat did the trick. Zelfs toen hij allang niet meer vastzat bleef hij nog steeds aardig zitten zolang ik gewoon niet te veel bewoog. Wat een oplossing!

Wonder boven wonder overleven we ook het stadje Taugoo waar ik drie keer de dood in de ogen heb gekeken zo totaal chaotisch was de avondspits. Brommers en fietsen die ons tegemoet kwamen via onze zijde, toeterende vrachtwagens die vlak langs scheurden, stoplichten die minuscuul zijn en NA het kruispunt hangen, overstekende honden, invoegende auto’s zonder dat er gekeken wordt – allemaal factoren om gillend gek van te worden en al helemaal als je fysiek moe en overprikkeld bent. Maar ondanks alle gedoe onderweg hebben we het gewoon helemaal fietsend gehaald! De rit ging verrassend goed afgezien van het te zotte verkeer. De benen waren sterk en wakker, het terrein was zowaar voor het eerst vlak en met wat hulp van een huishoudspons ben ik de hele 105 km goed en zonder al te veel pijn doorgekomen. Een dag om trots op te zijn!

 

 

Dag 18- 16 dec – Tangoo – Than Daung Gyi

Vandaag geen fietsen maar een brommer. Je zou denken- dat is relaxt- maar holey moley ik stap graag weer op mijn fiets morgen. Wat een trip… ik ben blij dat we (bijna) heelhuids weer thuis zijn. Schade van de dag; schrik, een schaafwond voor Bart, een gebroken achterlicht cover en een afgebroken nummerplaat – oh en een ritje met de zijspan-scooter-taxi want de brommer startte niet meer net toen we Tangoo weer binnenreden. Inmiddels is de stress gezakt maar we hadden t beide even te kwaad met een weigerende schakelbrommer voor een stoplicht midden in de zotte avondspits.

Het begon allemaal best prima vandaag. Plan was om naar een dorpje te rijden dat net open is voor toerisme, hadden we getipt gekregen dus leuk. Helaas, het was geen 1,5 maar dik 2 uur rijden heen- er kwam geen eind aan het geslingerd de bergen op. Plek van bestemming was een kerk (zowaar) op een bergtop met mooi uitzicht. Laatste stukje was stijl omhoog en bart schakelt terug om omhoog te komen- de brommer daarentegen heeft daar zijn eigen ideeën over- doet plots een ontzettende wheely en gooit ons er beide achter af daarna in de berm landend. Stukken rood plastic vliegen ervan af en wij kijken elkaar verschrikt aan. Beide staan we gek genoeg nog op ons benen. Oef dat is even bijkomen maar beide ongedeerd- dat is t belangrijkste.

Rustig besteigen we de berg verder en ja het uitzicht is erg mooi, maar om hier nu zover voor te rijden over lichtelijk spannende wegen…? We gaan lunchen en zetten de tocht terug in. Bijna thuis staan we voor rood licht en weigert de brommer weer dienst. Niet meer te starten. Bart ontploft bijna van frustratie en haalt zijn been open in een poging de versnelling te veranderen- geen sjoege. We sleuren hem naar de kant- vullen op met benzine- maar nog steeds niks. We parkeren het kreng- en gaan lopen maar t zou Myanmar niet zijn als er niet meteen hulp aan was gesneld in de vorm van een meneertje die probeert het ding te laten starten. Als dat niet werkt brengt hij ons in zijn super-handige dubbele zijspan-brommer-taxi (waarbij we rug aan rug zitten en Bart dus achteruit rijdt!) terug naar het hotel. Wat ben ik blij om gewoon weer op ons vlondertje te zitten. Vandaag was iets te avontuurlijk voor een rustdag.

 

 

 

Dag 19 – 17 dec  – Tangoo-Yangon

De laatste fietsdag..! Wat is de tijd snel gegaan. We vertrekken na het beste ontbijt ooit! Eigenlijk hebben we te veel gegeten maar voor de 50 km naar Phfew kunnen we best wat energie gebruiken. Eenmaal uit Tangoo wordt het verkeer iets rustiger, maar het blijft een intense exercitie om langs deze weg te fietsen. Hij is te druk, soms even slecht en te hobbelig om ontspannen te fietsen. Met een scala aan commando’s van de voorste aan de achterste weren we ons tegen hobbels, gaten, wegwerk, vrachtwagens en invoegend verkeer. Halverwege, als ik voorop fiets, komt er een bij: Slang!! Ik ontwijk hem, maar zie hem net te laat om Bart op tijd te waarschuwen en hij rijdt over het felgroene 1,5 m lange kronkelende beestje. Godzijdank kruipt hij verder en Bart blijft ongedeerd. Later ontdekken we dat het een green vine snake is; mild giftig en alleen potentieel gevaarlijk als hij in je gezicht bijt. Toch- een beet in je voet als je fietst zou zeer onfortuinlijk zijn geweest.

We rijden op hoog tempo verder want de weg is vlak. Net over 2 uur en we arriveren in Phfew waar we de trein naar Yangon gaan nemen. Het fietseindpunt komt op het juiste moment; de tranen staan in mijn ogen van het afschrikwekkende verkeer in dit stadje. Na drie keer bijna dood te zijn gereden op 200 meter ben ik er helemaal klaar mee. Genoeg geweest. Blij om nog te leven en laten we dat vieren met stoppen!

We parkeren onszelf op t rustige stationnetje om de drie uur te wachten tot de trein 2 min stopt. Lang is het niet rustig- voor we het weten zijn we omringd met kinderen en leren we ze Engelse woordjes- met hoofd, schouders, knie en teen etc. We hebben grote lol en willen alle snuitjes wel meenemen.

De trein komt! De fietsen worden over t spoor gedragen door de bagagemensen- wij moeten klaar zijn om zelf in te stappen. Bart wil kijken of t wel allemaal goed gaat, maar daar hebben we geen tijd voor- de trein is te lang en staat er te kort. Dus we moeten erop vertrouwen dat ze echt mee gaan en goed zullen worden neergezet. Hoe belangrijk dat laatste ook is blijkt tijdens de rit… de trein is meer een rollercoaster- we gaan omhoog en naar beneden, naar links & rechts en het houdt maar niet op…. 7 uur lang- vreselijk! Als de fietsen dat maar overleven!

Toch- na zelf zo gaar geschud te zijn dat we niet meer recht kunnen lopen, komen we 7 uur ipv 8 uur later aan in het donkere Yangon. We lopen snel naar de bagagewagon en daar staan de fietsen nog netjes, zonder enige schade, vastgemaakt aan de zijkant. Natuurlijk!! Hoe konden we anders denken? Als we iets gekeerd hebben hier is het dat Myanmarezen hun baan heel serieus nemen en dit naar hun beste inzicht organiseren. We hebben betaald en dus regelen ze het! Halleluja!  Na 5 min fietsen dragen de bagagemannen van ons guesthouse mijn fiets weer de 4 verdiepingen op. Nee, zelf dragen is geen optie. Nergens ter wereld heb ik service meegemaakt als hier in Myanmar!

 

  

 

Dag 20 – 18 dec – Afscheid van de fietsen

Terug in Yangon hebben we al onze spullen weer bijeen. Wat hebben we stiekem toch veel verzameld. Vooral aan papier en boeken! Wt ik wel niet met me meezeul al maanden; er is niets overgebleven van mijn intentie om licht te reizen; de helft van mijn tas bestaat uit boeken die ik onderweg geruild, gevonden of gekocht heb. Oeps!

We hebben nog een laatste fietstochtje voor de boeg: we brengen de fietsen naar Jeff waar ze ingepakt worden in dozen voor de vlucht. Het scheelt niet veel of we worden op de valreep alsnog doodgereden als we midden op een grote weg in Yangon met fiets en al stranden. Boeddha is met ons denk ik, want we bereiken heelhuids de overkant. We laten de fietsen achter bij Jeff in de winkel en daarmee komt ons fietsavontuur officieel ten einde. Wat een avontuur! Het was het heftigste en misschien toch ook wel leukste wat ik ooit heb gedaan. Zou ik het aanraden, om onvoorbereid en ongetraind te gaan rond te gaan fietsen in Myanmar? Ach ja, waarom ook niet! Ik had vooral niet moeten weten wat ik nu weet want dan was ik er nooit aan begonnen en had ik het hele avontuur moeten missen. Dus ja! Ik vind het fantastisch dat we het gewoon gedaan hebben en met de goede fietsen die we hadden was het ook gewoon mogelijk. Bovendien is liften met fiets en al in Myanmar gewoon geen probleem en dat maakt het allemaal veel behapbaarder en makkelijker. Dus voor wie zin heeft in avontuur en een sportieve vakantie is het 100% een aanrader! Myanmar is echt een van de mooiste en meest bijzondere (en op zoveel manieren) landen op aarde.

Om onze terugkomst in Yangon te vieren gaan we sjiek echte Italiaanse pizza eten om daarna in de bios op onze love seat (!) te kruipen. Klinkt comfortabeler dan het is, maar knus is het zeker! Naar de bios gaan is hier echt een ding; nergens hebben we het zo druk gezien als bij de vele vele biossen die ze hier hebben. We lachen ons dood met en om de Birmeze jongeren. De film is in t Engels zonder ondertiteling dus waarschijnlijk krijgen ze niet alles mee maar bij animatie maakt het niet zo uit; ze lachen zich oprecht helemaal krom om de film- zooo grappig! Dat maakt t voor ons ook dubbel zo leuk!

****

Met onze terugkomst in Yangon zit onze trip er bijna op…. 4,5 maand aan Azie; wat is het snel gegaan! Als afsluiter volgt er nog een terugblik op de mooiste uitzichten, de spannendste momenten en de grootste OMG erlibnissen. Stay tuned! 🙂