Berlijn, koffietentje NeuKoln, donderdag 28 dec 2016\r\n\r\nIk ben in Berlijn. Voor de tweede keer dit jaar, maar vooralsnog iets meer ontspannen dan afgelopen zomer. Mijn eerste bezoek aan deze mega-stad liep niet helemaal naar wens toen ik ‘s nachts de straten door liep op zoek naar mijn tas en jas in prullenbakken en boomperkjes. Vervolgens stonden we om 6 uur ‘s ochtends onze fietsen open te slijpen met een slijptol om naar huis te kunnen. Met een wee gevoel denk ik terug aan die eerste en meteen ook laatste avond dansen in Berlijn. Helaas was ik de ‘gelukkige’ en waren alleen mijn spullen weg voor het eerst sinds de start van deze milonga. In deze stad met een van de leukste tango dansscenes in Europa kwamen we zo niet verder dan één milonga. Nu zijn we terug voor de herkansing met een week aan dansen inclusief een vierdaagse tangomarathon. ‘s Avonds houd ik de dames nauw in de gaten en speur ik naar mijn rok en topjes. Geen idee wat ik ga doen als ik iemand zie met mijn kleren, maar op zijn minst zal ik haar even flink aan de tand voelen. Het kleine leed van bestolen worden tijdens mijn vorige bezoek staat echter in schril contrast met het leed van vorige week in deze stad. De aanslagen hadden net zo goed ons kunnen treffen. Het enige verschil is dat ons bezoek voor een week later was gepland. Dat is blijkbaar het simpele verschil tegenwoordig om wel of niet het slachtoffer te worden van een aanslag; geluk.\r\n\r\n\r\n\r\nWe zitten in het raam van een hip koffietentje in de wijk Neukoln dat filterkoffie en cappuccino met sojamelk schenkt. De barman switched gemakkelijk van Duits naar Engels, al beroep ik me hoe dan ook op mijn steenkolen-Duits als ik bestel. Berlijn is een hippe bedoening en de sfeer is ondanks de onrust van vorige week goed. Je merkt werkelijk niets van de impact van de aanslagen en hoewel dat wellicht ook verontrustend is, is het ook een signaal van hoop. Aanslagen gebeuren tegenwoordig regelmatig en blijkbaar is dat ook iets dat went – vreemd genoeg en niet betekent dat je iets veranderd in je doen en laten in de stad. Gisteren belandden we spontaan in een Homo, Christelijk en Arabisch-vriendelijk Israëlisch eettentje-slash-bar. Er heerste een ontspannen sfeer met vrolijke jonge mensen achter de bar en posters met halfnaakte mannen van verschillende afkomst op de deur als reclame voor het aankomende Sylvesterfeest. Dat is Berlijn ook.\r\n\r\nHoe anders de sfeer in de stad en erbuiten ooit was realiseer ik me maar al te goed als we die middag in het oud concentratiekamp Sachsenhausen rondwandelen. Homo’s waren een van de groepen gevangenen die het hier des te meer voor hun kiezen kregen. Velen overleefden het kamp niet. Het kamp is anders dan alles wat ik eerder heb gezien; de opzet is zodanig dat je het hele kamp kan overzien vanuit één uitbouwtje in Toren A, boven de centrale toegangspoort. Er komen termen en dingen voorbij waar mijn verstand niet bij kan: Blijkbaar bestaat er zoiets als een ‘nekschotinrichting’, een ‘ schoenenteststrook’ van verschillende wegdekken waarover gevangenen uren en uren moesten lopen met bepakking om de duur van schoenen te testen en wandelen we door een ‘executiegeul’.\r\n\r\nIk bekijk de foto’s van de ‘Daders’ zoals boven hun foto’s is geschreven. Hoe graag ik ze ook zie als monsters en onmenselijk– het zijn in feite nog steeds mensen, net als ik. Dit maakt het eerder erger dan minder erg. Ook zij zijn ooit klein geweest, hebben gespeeld, hielden van hun moeder en hadden kinderlijke angsten – dat kan haast niet anders. Ook zij bestaan uit hetzelfde vlees en bloed als ik doe. En toch…. Ik kan me haast niet voorstellen dat ze tot de vele vreselijkheden in staat waren maar het bewijs ligt recht voor mijn neus. Martelingen, moorden, opzettelijke wreedheid; het was hier aan de orde van de dag en daar zijn deze mannen verantwoordelijk voor.\r\n\r\nIk kijk naar hun foto’s en probeer aan hun gezichten iets te zien of er iets van hun gruwelijkheid in doorschemert, als een omen van onraad of gevaar. Ik speur of ik iets kan ontdekken wat me zou kunnen waarschuwen in het gewone leven zou ik een dergelijk type tegenkomen. Zou je het kunnen zien aan iemand dat hij sterk sadistische neigingen heeft? Net zoals je soms mensen tegenkomt die alleen maar rust en vriendelijkheid uitstralen? De foto’s van de daders geven me rillingen op mijn rug. Maar hoe dan ook kom ik tot de conclusie dat het met name de uniformen zijn en de strenge, wat onheilspellende blik, meer dan de echte gezichten op de foto’s die verraadden aan welke kant van de muur deze mannen zaten. De tekst onder de foto geeft aan wat iemands positie was in deze geschiedenis- of ze nu gevangenen of bewaarders waren – niet hun gezicht. Bovendien werden mede de oude nazi bewakers zelf het slachtoffer in het kamp onder de Sovjets. De rollen kunnen dus ook nog eens wisselen. Uiteindelijk is er maar één conclusie mogelijk: We zijn elkaars grootste vijand. Mensen doen elkaar het meest grote en meest gruwelijke leed aan; groter dan natuurrampen, groter dan besmettelijke ziektes. Het is het bewuste absurde geweld en onrecht dat we elkaar als mensen aan doen wat de ware misdaad is tegen de menselijkheid.\r\n\r\nDe sfeer in het kamp is ijzig en dat komt niet alleen door de winterse temperatuur. Na twee uur overladen te worden door cijfers, foto’s en de meest gruwelijke informatie, zijn mijn ledematen verstijfd en steenkoud. Ik durf er niet eens over te beginnen, wetende dat gevangen hier naakt door de sneeuw hebben moeten rollen en stierven van de kou. Ik adem opgelucht mijn koude adem uit als we de poort vrij kunnen uitwandelen. Wat mogen we ons gelukkig prijzen dat we vooralsnog zonder oorlog en in alle vrijheid zijn opgegroeid. Ja, er zijn aanslagen en er is terrorisme dat onze vrijheid en veiligheid bedreigt, maar dit is (nog) niets vergeleken bij de terreur waaronder vele mensen leefden, nog geen 50 jaar geleden.